Grafmonumenten

In Rura's doelstelling van het behoud van historische waarden speelt restauratie uiteraard een belangrijke rol. Naast de restauratie van kruisen en kapellen, putbeelden en gebouwen, draagt Rura ook bij aan de restauratie van beeldbepalende grafmonumenten. Zo heeft Rura de restauratie van het grafmonument van dr. Pierre Cuypers ondersteund en de grafmonumenten van Zouaaf Kuppers, dominee Begemann en Maria Gode Wolfs laten restaureren.

Onderstaande teksten zijn overgenomen uit het in 2011 door de stichting Oude Kerkhof uitgegeven boek 'Dood, maar niet vergeten' van auteur John Vaessen.

Grafmonument Zouaaf Küppers

Een van de bekendste grafmonumenten op het Oude Kerkhof is dat van de Zouaaf Johannes Jacobus Küppers. Stichting Rura heeft zijn grafmonument laten restaureren. Van de familie Küppers zijn geen rechthebbenden overgebleven, terwijl het grafmonument een van de meest in het oog springende elementen is op het Oude Kerkhof. De restauratie werd in overleg met de Stichting Oude Kerkhof uitgevoerd.

Soldaat van de Paus

Een Zouaaf was een soldaat in het leger van de Paus – in dit geval Pius IX – die tussen 1860 en 1870 in Italië vocht voor het behoud van de Kerkelijke Staat tegen de troepen van Victor Emmanuel II en Garibaldi. Dezen wilden het grondgebied van de paus, die toentertijd zowel geestelijke als wereldlijke macht had, veroveren.

De vrijwillige soldaten die aan de oproep van de paus gehoor gaven, traden daardoor in vreemde krijgsdienst. Vanuit de verzamelplaats Oudenbosch in Noord-Brabant werd standaard aan de Nederlandse koning een verzoek gericht om tot het pauselijk leger toe te mogen treden en toch het Nederlanderschap te behouden. Die aanvraag werd verricht door diegenen die verantwoordelijk waren voor de werving van de Zouaven. Zij die rechtstreeks naar Italië afreisden, vergaten dit vaak te doen met als gevolg dat ze bij terugkomst in Nederland hun staatsburgerschap verloren. Uiteindelijk zijn 3.181 Nederlandse Zouaven officieel als zodanig geregistreerd.

Beeld op het graf

Johan Küppers, boekbinder van beroep en zoon van de uit Mönchengladbach (D.) afkomstige tuinman Jozef Küppers, was pauselijk Zouaaf vanaf 15 december 1869. Hij keerde het jaar daarop in Roermond terug, onderscheiden met de ridderorde van St. Gregorius de Grote en de medailles Bene Merenti en Pro Ecclesia et Pontifice. Op het beeld van Küppers sieren deze zijn uniform. Op de sokkel van het monument staat de tekst gebeiteld: ‘La vraie force est là’ (De ware kracht ligt daar). Het beeld wijst in de richting van Rome.

Een van de voorwaarden om als Zouaaf te kunnen dienen, was dat men vrijgezel moest zijn. De knielende vrouw op het grafmonument stelt Catharina Johanna Kirchner (1854-1931) voor, die ten tijde van zijn indiensttreding van de paus nog zijn verloofde was. Beide gebeeldhouwde echtelieden zijn afgebeeld op latere leeftijd. Het originele steekwapen, zoals de Zouaaf dat terzijde draagt, is nog altijd in het bezit van Küppers’ nazaten. Lange tijd werd aangenomen dat het een sabel betreft, maar gezien de uitvoering van het handvat mag er van uitgegaan worden dat het om een sabelbajonet gaat.

Laantje van Küppers

In 1892 werd Johan Küppers voorzitter van de Limburgse Zouavenbond en later van de Landelijke Algemene Nederlandse Zouavenbond. Zijn portret hangt in het Zouavenmuseum te Oudenbosch. Samen met zijn echtgenote woonde hij aan de Willem II Singel 54. Het door de Roermondse beeldhouwer Jean Geelen – die zijn signatuur op de rechter zijkant van de sokkel plaatste – uit Franse kalkzandsteen vervaardigde rijksmonument is in 2008 in opdracht van Stichting Rura gerestaureerd. Het pad waaraan Küppers’ graf gelegen is, werd in de volksmond ook wel het ‘Laantje van Küppers’ genoemd.

Grafmonument familie dominee Begemann

Bij het betreden van het protestantse gedeelte valt onmiddellijk het grafmonument met het grote opengeslagen boek op, waarvan aangenomen wordt dat het de Bijbel voorstelt. Het betreft het in 2008 door Rura deels gerestaureerde graf van enkele leden van de familie Begemann.

Adellijk

Op de linker pagina van het boek staan de namen van Trijntje Zijp (1862-1893), afkomstig uit Nibbixwoud (N.-H.) en overleden te Echt, en haar echtgenoot Aemelius (Emile) Begemann (1850-1914), koopman van beroep, geboren te Stevensweert en overleden in Obbicht. Het huwelijk tussen beiden werd in 1892 gesloten in Wieringerwaard. Het echtpaar had geen kinderen.

Aemelius huwde in 1901 te Nijmegen voor de tweede keer, ditmaal met gravin Carolina Josephine Hermine Eleonora Arnaille Adolphina von Hompesch-Rürich (1861-1918). Zij bewoonde kasteel Obbicht en voor haar was dit eveneens het tweede huwelijk. Zij was in 1861 geboren op kasteel Walburg te Ohé en Laak en was de weduwe van baron Ulysses Karl August Edwin Edgard Dirckkinck van Holmfeld, overleden in 1895 te Obbicht en begraven in Kiel (D). De naam van deze gravin staat niet op het monument vermeld, maar zij ligt er wel begraven. In een overlijdensadvertentie werd destijds vermeld dat 'de teraardebestelling op het Ned. Herv. Kerkhof te Roermond, op Maandag 29 Juli 1918, om 3 uur, vanaf het Munsterhotel' zou plaatsvinden.

Op de rechter boekpagina van het monument is de naam te lezen van S(imon) H(endrik) A(ntoon) Begemann. Hij was ontvanger der Directe Belastingen, geboren in 1831 te Stevensweert en in 1912 overleden, eveneens op kasteel Obbicht. Hij trouwde in 1882 te Nijmegen met de in 1842 geboren Johanna Cornelia van der Voort, die in 1907 in De Bilt (U.) overleed. Uit dit huwelijk werden evenmin kinderen geboren.

Minderbroederskerk wordt protestants

Zowel Aemelius als Simon Begemann waren zonen van de in Stevensweert begraven Christoph Georg Sigismund Begemann en zijn vrouw Emelie de Wijs. Lange tijd werd aangenomen dat in Roermond ook zijn broer begraven lag, de onvermoeibare dominee Jacob Waten Begemann. Hij was predikant van de garnizoensgemeente van Stevensweert, die later samengevoegd werd met die van Roermond. Op zijn initiatief werd in de bisschopsstad na hevige katholieke protesten de in verval geraakte Minderbroederskerk in 1864 geheel in gebruik genomen als protestantse kerk. Het gebouw naast de kerk, het huidige Ontmoetingscentrum, werd een protestantse school.

Dominee Begemann

Dominee Jacobus Waten Begemann (1791-1858), geboren in Lippenhuizen, was gehuwd met Louise Wilhelmina van der Leeuw. Hij studeerde theologie in Utrecht en Groningen en was achtereenvolgens garnizoenspredikant in Stevensweert (1817-1825) en Roermond (1825-1857). In Roermond woonde hij in de Bakkerstraat. De plek waar hij begraven werd, is tot nog toe in diverse geraadpleegde archieven niet aangetroffen. Overigens had de dominee nog een broer die ook dominee was, te weten Willem Lodewijk Begemann. Rond 1884 was deze in Nuenen (N.-Br.) de buurman van dominee Van Gogh, de vader van schilder Vincent van Gogh.

Grafmonument Maria Gode Wolfs

Het grafmonument van Maria Godefrieda Wolfs (1869-1938) geniet vooral bekendheid vanwege de uitgesproken neogotische kenmerken. Deze komen tot uiting in de spitse gotische boog, het verdiepte tekstveld, de verticale lijnen en het topkruis.

Bekende scheefstand

Jarenlang trok de grafsteen veel bekijks, omdat hij sterk naar voren helde. Om erger te voorkomen is in 2008 in opdracht van de Stichting Rura besloten de steen weer in de oorspronkelijke stand te plaatsen en deze te voorzien van een nieuw topkruis. De jarenlange scheefstand had echter als voordeel dat de tekst niet geleden had onder weersinvloeden en daardoor nog zeer goed leesbaar is.

Cuypers' Kunstwerkplaatsen

Op het tekstveld staan behalve de naam van de overledene ook de namen van haar twee echtgenoten, J. van Munster en P. van Weers. Van de eerste is bekend dat hij als beeldhouwer werkzaam geweest is in de werkplaatsen van dr. Pierre Cuypers, waar dit monument vervaardigd is. Het grafmonument van Joseph Hubertus van Munster (1876-1942), die aan de Godsweerdersingel woonde, bevindt zich in de nabijheid.

Grafmonument dr. Pierre Cuypers

Samen met het 'Graf met de handjes' kan het familiegraf van dr. Pierre Cuypers (1827-1921) beschouwd worden als een van de meest bezochte laatste rustplaatsen op de Roermondse begraafplaats.

Toen de gemeente Roermond in oktober 1858 besloot tot het verlenen van vergunning voor grafkelders op de begraafplaats, was Cuypers er als de kippen bij om voor een prominente plek in aanmerking te komen. Zijn eerste vrouw, Rosalie van de Vin, was een paar jaar eerder overleden en zijn vader kwam dat jaar 1858 te sterven.

Nabij de Bisschoppenkapel

Ongetwijfeld heeft Cuypers voorkennis gehad van de plaats van de te bouwen Bisschoppenkapel en heeft hij aan de hand daarvan de plek van zijn eigen grafmonument bepaald: naast de kapel en gericht naar het oosten. Een inscriptie in de grafkelder Cuypers vermeldt de naam 'W. Müller' met het jaartal 1858. Zo goed als zeker heeft deze signatuur betrekking op een van de arbeiders die aan de kelder gewerkt hebben. Dit wijst erop dat in het jaar van de vergunningverlening de bouw van de kelder direct van start is gegaan.

Restauratie

In 2006 is zowel het monument als de eronder liggende kelder ingrijpend gerestaureerd. De 'Stichting Restauratie Grafmonument Dr. Pierre J.H. Cuypers' is in samenwerking met achterkleinzoon Pierre Cuypers erin geslaagd het bijna honderdvijftig jaar oude monument voor verder verval te behoeden.

Van de in 1898 geplaatste gedenkpijler ter ere van Cuypers' overleden tweede vrouw, Antoinette (Nenny) Alberdingk Thijm (1829-1898) zijn de originele uit Franse zandkalksteen vervaardigde beelden vervangen door nieuwe, ditmaal van het hardere Engelse Portlandsteen. De ruim honderd jaar oude, door weer en wind aangetaste originele beelden bevinden zich momenteel in het depot van het Historiehuis.

Beeldenkwartet

Op het gerestaureerde grafmonument kijkt St.-Petrus oostwaarts in de richting van de stad Jeruzalem, keert St.-Johannes de Evangelist zijn gezicht naar de Bisschoppenkapel en completeren St.-Catharina en St.-Cecilia het door kunstenaar Tom Mooy gemaakte nieuwe beeldenkwartet.

Op het monument is een reliëf aangebracht, gemaakt door directeur Victor Sprengers van de N.V. Kunstwerkplaatsen Cuypers en Co. Hierop is Pierre Cuypers op zijn sterfbed te zien, gekleed in het habijt van de Derde Orde van de Heilige Dominicus, waar hij lid van was. Op de liggende steen is de beeltenis van zijn eerste vrouw Maria Rosalia (Rosalie) van de Vin (1825-1855) te zien, afgebeeld onder de poort van het 'hemelse Jeruzalem'.

Aan de tegenoverliggende zijde bevindt zich de toegang tot de grafkelder. Deze is bedekt door een sluitsteen met daarop een bronzen plaat, die melding maakt van alle namen van de bijgezette familieleden. Onder hen zoon Jos Cuypers (1861-1948) en zijn echtgenote, de uit Parijs afkomstige Delphine Povel (1868-1948).

Symboliek en neogotiek

Op de hoeken van het graf zijn de symbolen van de vier evangelisten gebeiteld. Opvallend is dat de sterfdata van Rosalie en Antoinette met de naamdagen van heiligen aangegeven worden. Het neogotische grafmonument, dat rijk is aan symboliek, wordt bekroond met een specifiek topkruis.

Bij de restauratie van de grafkelder werd onderin een ravage aangetroffen. Zo bleek na het slopen van de gepleisterde muur dat de meeste kisten die op ijzeren stangen hadden gerust door aantasting en ouderdom doorgezakt en naar beneden gevallen waren. Ook de aardbeving van 1992 was daar waarschijnlijk mede debet aan.

Familiegraf

In de verwijderde muur bevonden zich eenvoudige naamtegels om de grafplaats van de overledene te markeren. Deze gedenktegels zijn in de tegenoverliggende muur opnieuw ingemetseld. Er zijn negen stevige nieuwe nissen gecreëerd, ditmaal van steen; twee zijn er inmiddels bezet. De aangetroffen stoffelijke resten zijn herplaatst in twee speciaal daarvoor gemaakte kisten, voorzien van koperen plaatjes met de namen van de overledenen. Samen met een derde kist, waarin zich de overblijfselen van de in Spanje overleden kleinzoon Charlot (Charles) Cuypers (1906- 1985) bevinden, zijn ze geplaatst in een tongewelf boven de nissen, onder de bovengrondse zerk met de beeltenis van Rosalia van de Vin.

Als voorlopig laatste is de in Budel geboren echtgenote van Charlot Cuypers, Emma Cuypers- Kneepkens (1905-2007), bijgezet. Ze ontmoette haar toekomstige man in 1925 bij het schaatsen op de bevroren slotgracht van kasteel Hillenraedt en trad in 1934 met hem in het huwelijk. Na achtereenvolgens in Marokko, Den Haag, Roermond, Argentinië en wederom Den Haag gewoond te hebben, vestigde het paar zich definitief in La Escala (Spanje). Enkele jaren na de dood van haar man keerde Emma in 1992 terug naar Nederland, waar ze in 2007 in Bemmel op 102-jarige leeftijd overleed.

Op dit moment bevinden zich de stoffelijke resten van veertien personen in de grafkelder. Uitgaande van Pierre Cuypers als 'pater familias' zijn dit - buiten de reeds genoemde personen - zijn ouders, Joannes Cuypers (1769-1858) en Joanna Maria Bex (1782-1874), een levenloos geboren kind (1860) van Pierre en Antoinette, zijn zoontje Theo Cuypers (1863-1865), zijn zwager Frans Renders (1822-1892), zijn zus Joanna Maria Cuypers (1823-1909) en Marie Antoinette Boekwijt (1912-2007).

Geef hier uw reactie
Verberg reactieformulier

Uw reactie

Naam

Woonplaats

Opmerking

anti-spam beveiliging
CAPTCHA Image

Voer de letters en cijfers
van het naastgelegen plaatje
in dit veld in, of
Klik hier voor een andere afbeelding
De achtergrondfoto: de Roermondse politiek tekenaar Louis Raemaekers (1869-1956) heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog met zijn fel anti-Duitse tekeningen wereldfaam verworven.

Op de achtergrond: Louis Raemaekers

Een zelfportret van Louis Raemaekers siert de voorkant van Rura's jaarboek Spiegel van Roermond 2014. Raemaekers (1869–1956) is geboren in een Roermonds liberaal gezin en groeit uit tot politiek tekenaar van wereldformaat. Hij is wellicht de meest invloedrijke politiek tekenaar van de Eerste Wereldoorlog met o.a. de Amerikaanse presidenten Woodrow Wilson en Theodore Roosevelt als trouwe lezers.